Hoewel Teun nog steeds een baby is, ziet hij er al steeds meer uit als een woeste herder. Een man die we tegen kwamen, sprong zelfs geschrokken opzij en zei: ‘die zag ik in de Beekse Bergen, een hyena!’ Nou zo erg is het natuurlijk niet gesteld met onze Teun, maar het uberschattige – met name veroorzaakt door z’n flapoortjes – is er aan het af gaan. Z’n oren stonden al fier overeind. Nu hebben ze wel te kampen met een tijdelijke inzakking omdat hij aan het ‘wiffelen’ is geslagen. Drie tandjes al kwijt!
Toen we Teun net hadden, viel hij per ongeluk in het water. Hij schrok niet, maar zwom gewoon naar de kant, schudde zich uit en ging vervolgde z’n weg. Wij ontdekten toen dat Teun kon zwemmen. Bello, onze vorige hond – golden retriever, een zwemhond bij uitstek – heeft moeten leren zwemmen. Maar ze is er nooit dol op geweest. Ook onze huidige dames kunnen wel zwemmen, maar gebruiken het water meer om af te koelen. Grond onder de pootjes is wel zo fijn. Sinds Teun al z’n prikken heeft gehad, mag hij van ons ook legaal zwemmen, en dat doet hij dan ook met volle overtuiging. Oei, denken we dan wel eens, als hij weer eens een eind weg zwemt, hij zou toch wel op tijd omdraaien. We hebben bij wijze van spreke onze schoenen al uit, klaar om hem te gaan redden. Maar dat is nooit nodig, hij keert op tijd en komt dan weer rustig terug gezwommen. Alwaar hij op z’n donder krijgt van de meiden: ‘ben je nou helemaal van ’t padje! Mafkees!’
Teun vindt het ook geweldig om te springen. Hoog en ver. Het is verbazingwekkend hoe zo’n jong beestje al zo beheerst en atletisch overal op en af wil en gaat. Je verwacht toch dat ie door z’n hoeven zakt wanneer zo’n pupje uit een Land Rover springt. Daar moeten we hem echt in afremmen, want echt gezond is dat toch niet voor de pezen en gewrichten.
In het verlengde daarvan heeft Teun ontdekt dat hij kan traplopen. Hij kachelt zo naar boven, ook niets hoeven leren. We keken eens achterom en daar stond ie met z’n snuit tegen de hor te duwen. Hallo, ik ben er ook! Gezellig he?! Het zelfstandig trap aflopen zullen we nog maar even uitstellen.
En, iets minder fijn, Teun heeft ontdekt dat hij net als Zowie heel hard kan blaffen. Alles wordt voortaan vocaal begeleid. Met een diepe zware blaf. Oei, oei, dat wordt nog wat!
Zowie is helemaal leip van piepspeeltjes. Niet dat ze die ooit heeft, want daar worden we En horendol van, En het speeltje is binnen drie minuten uit elkaar gereten En het wordt met hand en tand verdedigd tegen overige aasgieren. Laatst kregen we een piepvarken als cadeautje voor Teun. Oh jee, dachten we. Toch maar eerst aan Zowie gegeven, vanwege de rangorde enzo. Wel met een begeleidend preekje, ‘is cadeau van Teun, voorzichtig wil je?’ Wat schetst onze verbazing, na een kwartier was het varken nog heel, het piepte nog heel luid. Teun heeft op een halve meter afstand het varken uit de bek van Zowie gehypnotiseerd, Van Mij, Van Mij, Ik Wil Het, Ik Wil Het. En Zowie staat op, laat het varken voor Teun. Nu hoeft Zwiekje hem ook niet meer, het varken is definitief van Teun!
